Psalm 131
Lieve mensen, Hoe vind je nou je weg in dit leven? Een vraag die iedereen bezig houdt. Het maakt niet uit of je christen bent of niet. Je moet keuzes maken. Daar moet je dus over nadenken. En dat houdt niet op. Je hele leven lang moet je je weg zoeken. Omstandigheden veranderen. Jij zelf verandert. Mogelijkheden dienen zich aan, of niet. Hoe vind je nou je weg in dit leven? En als je nou heel concreet kijkt naar deze doopdienst. Marijke en Wieger Jan hebben ook allerlei keuzes moeten maken. Als het gaat over huisvesting. Ze zijn niet zonder slag of stoot in Overschie terecht gekomen. En ook als het gaat over hun kinderwens. Je wikt en weegt. Maar het gezegde, gebaseerd op de Bijbel, zegt niet voor niets ergens: de mens wikt, God beschikt. (Spreuken 16:9) Jullie hebben je laten verrassen. En vervolgens maak je opnieuw je keuzes. En zo blijft dat. Maar dat is dus nog niet zo gemakkelijk. Want voor jullie was het, na een heel aantal teleurstellingen, een mooie verrassing dat Fayen in aantocht was. Maar je kunt ook ongelooflijk teleurgesteld raken. Dat je droomt en hoopt. Dat je zoekt en bidt. En dat het toch heel anders gaat. In je leven vallen er altijd dingen tegen. En voor sommigen van ons lijkt er geen licht te gaan schijnen. Hoe je daar ook naar verlangt. Hoe vind je nou je weg in dit leven? In dit kleine lied geeft David daar een antwoord op. Hij geeft aan wat je niet moet doen en wat je wel moet doen. En waar dat op gebaseerd is. Slide Je weg vinden in dit leven Slide Wat je niet moet doen Mensen hebben een grote mond. Ik denk vaak groot van mezelf. Dat is eigenlijk onze makke sinds de keuze van Adam en Eva. Als God willen zijn. Op de troon zitten. Zelf bepalen. Het is voor ieder mens een enorme valkuil. Ook bescheiden christenen hebben regelmatig de mond vol over wie God is en wat hij wil. We rekenen hem na en ook vaak voor. We leggen God vast in woorden en vinden het lastig als hij groter blijkt dan wat wij denken, voelen, bidden, zeggen en schrijven. Groter dan wat wij belijden. Ik leer steeds meer om te zwijgen. Om niet te veel te zeggen. Niet van alles in te vullen. De belijdenis van Moslims zou prachtig passen op de God van de bijbel: Allahu akbar. Dat betekent: God is groter. Dat is ook mijn belijdenis steeds meer. God is niet te vangen in mijn gedachten of woorden. Ik leef er mee dat God groter is dan ik kan bevatten. Hij is Schepper, ik maar schepsel. David, de dichter van dit lied, heeft dat ook geleerd. Dat blijkt uit zijn woorden. Hij zingt allereerst dat hij niet zoekt wat te hoog is. Dat is een keuze! Want er zijn zoveel vragen te stellen. Er is zoveel onduidelijk. Zoveel onzeker. In alles wat er in deze wereld speelt. En in je eigen hart. Maar ook als het gaat om God. Ik begrijp vaak zo weinig van hoe hij de dingen doet. Hoe dat zit met geboorte en leven. Met ziekte en sterven. Met geluk en voorspoed. Met tegenslag en uitzichtloosheid. Waarom de één dit overkomt en de ander dat. Vaak wordt er in de Bijbel naar gevraagd. Neem de vrienden van Job. Die gingen allemaal oplossingen bedenken voor de waaromvraag. Maar ook David had die vraag regelmatig. Waarom hebt U mij verlaten? En het is niet verkeerd om die vragen te stellen. Zelfs Jezus, onze Heer, nam Davids vraag over. Maar je krijgt niet altijd antwoord. Vaak niet zelfs. God is groter. Dat is wat je in je leven mag leren. Het is de ultieme belijdenis. De belijdenis waar David voor kiest. En wat hij ons met dit lied wil meegeven. Dat is, dat je op een gegeven moment je hand op de mond legt. Ik vraag niet verder. Ik zoek het vaak veel te groot en te hoog. Ik wil controle, maar heb het nooit in de vingers. Ik wil leren leven van vertrouwen. Vertrouwen, dat is een keuze. Dat je genoegen neemt met het feit dat je niet alle antwoorden krijgt. Dat de controle niet bij jou ligt. Kun je dan niks duiden over Gods weg in jouw leven? Of Gods plannen met jouw bestaan? Zeker wel. Dat zullen Wieger Jan en Marijke ook doen straks, in een getuigenis. Over wat er in hun leven gebeurd is en wat dat voor hen zegt over God. En dat mag bemoedigen. Tegelijk kan een getuigenis nooit een algemene duiding zijn van wat God met iedereen doet. Nooit een soort stappenplan met gegarandeerd succes. God is groter dan dat. Geloven veel complexer. We moeten allemaal onze weg vinden in dit leven. Met of zonder God. Wat we dan niet moeten doen is boven onze macht reiken. Te veel denken dat wij het weten en plannen. Dat het te controleren is. Daar moeten we echt van af als mens. De oerzonde moet uit ons systeem. Slide Wat je wel moet doen Hoe moet je dan met God omgaan? Als je hem niet te veel kunt duiden? Als je God altijd maar de ruimte moet geven om buiten jouw vakjes te kleuren? Nou, dat is je overgeven. En dat is een heel groot woord. Overgave. Dat is een kwestie van vertrouwen. Je kan pas iemand vertrouwen als je diegene leert kennen. Als je in de loop van je leven met iemand opgetrokken bent. Of hem of haar regelmatig ontmoet hebt en gesproken. David heeft dat met God. Hij wil niet te grote dingen roepen en vragen. Maar hij weet wel dat hij God kan vertrouwen. Dat gaat natuurlijk samen. Je kunt je vragen laten verstommen en het uit handen geven. Als je vertrouwen in God groeit. Heel mooi is het beeld dat David in deze psalm gebruikt. Hij vergelijkt zichzelf met een peuter. Uit deze vertaling haal je dat niet zo, maar het gaat om een kind dat net van de borst af is. In Israël is dat een peuter van een jaar of 3. En dat is belangrijk. Een kleiner kind heeft nog geen keuze. Die moet voor eten bij zijn moeder zijn. En ook dan schuilt hij of zij veilig bij moeder. Maar dan heeft het een doel: je hongergevoel wordt bevredigd. Maar een kind dat niet meer aan de borst is. Die gaat niet om eten naar zijn moeder. Maar omdat hij of zij het wil. Het is een keuze. Als je moe bent van het spelen. Als je even genoeg hebt van alles. Als je verdrietig bent of gewoon, omdat je ff wilt knuffelen. Het gaat niet meer om de melk van moeder, maar om moeder zelf. Het is overigens prachtig dat David God vergelijkt met een moeder. Ik kom veel mensen tegen voor wie God als vader bedreigend is. Door allerlei oorzaken. Ik wijs dan vaak op deze psalm. God als moeder. En dan dus niet de moeder die instant bevrediging van je behoeften biedt. Melk als het jou uitkomt. Nee, God is niet iemand die altijd alle antwoorden op onze vragen heeft. Niet altijd meteen een oplossing voor jouw problemen geeft. En dát is vertrouwen. Dat je niet altijd krijgt wat je vraagt. Dat je niet altijd antwoorden krijgt op jouw zoektocht. En dat gebeden lang niet altijd verhoord worden. Maar dat je God hebt leren kennen als iemand die het goede voor je zoekt. Dan weet je: wat er ook gebeurt, het is wel veilig in zijn handen. Jij bent veilig in zijn handen. In zijn armen. En dan mag je tot rust komen in deze onrustige wereld. Dan mag je met vallen en opstaan je weg gaan. Slide De basis daaronder Hoe kan David zo vertrouwen? Hoe kan David er voor kiezen om klein te zijn? Om de hand op zijn mond te leggen? Nou, zoals ik al zei: hij heeft God leren kennen. En dan niet alleen in zijn eigen leven. Maar ook door de verhalen van zijn volk. Getuigenissen van allerlei mensen die hun weg zochten in dit leven. Noach, Abraham, Jakob, Jozef, Mozes, Samuël. Van alles is over hen opgeschreven. En dan vooral hoe zij met God omgingen. En hoe God met hen omging. En daarom kiest David ook aan het einde van het lied zijn woorden zorgvuldig. Hij zingt voor iedereen van Gods volk dat dit de weg is. Niet te groot denken. Vertrouwen. Hij zingt dat je moet hopen op de HEER. HEER staat hier met hoofdletters. Daar staat dus in het Hebreeuws Gods eigen naam. JHWH. Dat betekent: ik zal er zijn. Dat is wat hij belooft. In zijn naam. Die naam verbindt hij vandaag openbaar aan die van Fayen. Maar je zou bij haar doop ook je eigen naam weer in kunnen vullen. Want God wil ook zo met jou omgaan. Zijn naam ook aan jou geven. Die naam die zegt: Ik zal er zijn. En dat kan hij beloven, niet omdat jij zo goed gelooft. Nee, het hangt niet van jouw kracht af. Van jouw controle of prestaties. Van jouw carrière of beslissingen. Neuh. Jij mag een peuter zijn, die de armen van moeder opzoekt. Dat komt omdat God zelf naar de aarde kwam in Jezus. Die heeft de weg naar Gods armen opengemaakt. Toen hij riep dat het volbracht is. Toen gebeurde dat. Dat betekent: jij hoeft niets meer goed te maken. Jij hoeft het ook helemaal niet goed te doen. – als je dat al zou kunnen! – Nee, de weg is open. Dankzij Jezus. En je hoeft alleen maar te schuilen bij God. Zoals een peuter zijn of haar moeder opzoekt. Zo mogen jullie allemaal, net als Fayen, haar ouders en haar zussen, altijd schuilen in de armen van je HEER. En hij belooft dat hij er zal zijn. Welke weg je ook neemt en welke keuzes je ook maakt. Hij zal er zijn. Om je rust te geven. Vertrouw dan maar op hem. In alle omstandigheden. Dan vind je je weg. Dan is het goed. Amen